“Ik ben zo moe van de angst en alle indrukken”, vertelt Jan van Cappellen. Woensdagavond keerde hij samen met zijn vrouw Rijnie terug uit Israël met de eerste repatriëringsvlucht. Het kostersechtpaar van de hervormde Rehobothkerk uit Krimpen aan den IJssel verbleef er voor een speciale zeventien daagse reis. Hun verblijf verandert plots in een surrealistische situatie als Hamas op zaterdag 7 oktober het land met terreur binnenvalt. De twee krijgen van dichtbij het oorlogsgeweld mee: “Het leek wel een slechte film.”
Totdat afgelopen zaterdag het terreur van Hamas in Israël losbreekt, geniet het kostersechtpaar van een prachtige rondreis door Israël. “We hadden een speciale zeventien daagse reis geboekt bij Israël Idoed Reizen. We hebben Jom Kipoer (de Grote Verzoendag, red.) gevierd, daarna Soekot (Loofhuttenfeest, red.) en natuurlijk Simchat Torah, het feest waarbij de wet gevierd wordt. We hadden een geweldige reisleider tot onze beschikking. Die man komt uit Apeldoorn maar heeft zelf ook een huis in Israël, waar hij ook veel familie, vrienden en kennissen heeft. Israël zit in zijn hart en leven.”
"Door de muren heen kon je de doffe dreunen van de Iron Dome horen"
Op de ochtend dat Israël aangevallen wordt, zit Van Cappellen met zijn vrouw aan het ontbijt in het hotel. “Het was gezellig en we dachten na over wat we nog in die laatste dagen voor vertrek wilden doen. Ik had met mijn zoon al contact gehad dat we maandagavond rond een uur of elf in Amsterdam zouden landen. Dat vond hij niet erg, zei hij. Plotseling klonk er een mededeling dat we zo snel mogelijk bij de ramen vandaan moeten, want Israël lag onder vuur. Ik dacht: wat zullen we nu beleven? Nog geen tien minuten later klonk het luchtalarm en zaten we met zijn allen, met het brood net achter de kiezen, in een schuilkelder onder het hotel. Door de muren heen kon je de doffe dreunen van de Iron Dome horen."
De situatie was volkomen onwerkelijk, vertelt Van Cappellen. “Ik dacht toen ik in de schuilkelder zat: wat als het hotel instort? Dan zitten we hier als ratten in de val. Het is op dat moment alsof je in een slechte film zit. Je denkt als die deur zo weer opengaat, dat die slechte film ook afgelopen is. Maar het tegendeel bleek waarheid te zijn. Toen we eenmaal uit de schuilkelder kwamen, hoorden we van onze gids dat Hamas in het zuiden gruwelijke dingen deed. We lazen op de NOS dat er over 20 Israëlische doden gesproken werd. De gids kwam naar mij toe en zei: ‘Jan, het zijn er honderden.’ Hij vertelde ons over wat er op het festival, vlakbij de grens met Gaza, gebeurd was.”
"Je ziet beelden die je achteraf niet had willen zien"
In de dagen daarna worden Van Cappellen en zijn vrouw gesommeerd om vooral zo veel mogelijk op de hotelkamer te blijven en niet bij de ramen te komen. “Op een gegeven moment mochten we een beetje in en om het hotel, maar dan niet met meer dan vijf of zes mensen tegelijk. Wij waren niet eens zozeer bang dat we een raket van Hamas op ons dak zouden krijgen, maar je hebt ook van die lonely moves: van die eenlingen die toeristen doodsteken. We volgden het nieuws op de voet en dan zie je beelden die je achteraf niet had willen zien”, doelt Van Capellen op de brute moordpartijen van Hamas in Israëlische dorpen.
Van Cappellen vertelt dat het plotselinge terreur van Hamas als een klap aankomt bij de bevolking. “Ze waren allemaal in shock. Een vrouw die een souvenirwinkeltje heeft, en waar we al eens eerder langsgegaan waren, klampte ons aan, omhelsde ons en vroeg waar we nu toch in beland zijn. Je zag totale verbijstering op de gezichten van mensen, maar ook woede. Deels ook gericht op de eigen autoriteiten: ‘We hebben toch de beste inlichtingendienst ter wereld, en kijk eens wat er nu gebeurt’? Daarnaast: elke Jood die gedood is, komt hier als een klap aan, terwijl ze in Ramallah op straat staan te juichen.”
"Head down! Turn around!"
Net als circa 200 andere Nederlanders, kreeg Van Capellen te horen dat een Nederlandse legervliegtuig onderweg was om hen op te halen. Maar voordat het echtpaar terug zou vliegen naar Nederland, staan ze doodsangsten uit op de luchthaven. “We stonden twee uur te wachten om in te checken toen er plots om ons heen geroepen werd: ‘Down, down, down!' Ineens lagen duizenden mensen op hun buik tussen bergen koffers op de grond. Ik keek om mij heen en ik dacht: waar ben ik nu toch in beland? Ik zag orthodoxe Joden, toeristen, mannen, vrouwen en kinderen op de grond liggen, terwijl er om mij heen alleen maar: ‘Head down! Turn around and head down’ (Draai je om en hoofd neer, red.) werd geroepen. Tegelijkertijd hoorden we dichtbij de doffe dreunen van het afweergeschut.”
Uiteindelijk treffen de raketten gelukkig geen doel, kan het Nederlandse legervliegtuig landen in Tel Aviv en komen Jan en Rijnie weer veilig terug in Nederland. Een dag later maakt Van Capellen kenbaar dat de emoties er nu pas uitkomen. “Mijn hoofd zit boordevol, er kan niets meer bij. Nu pas realiseer ik mezelf waarin we verzeild raakten.
Dit was een artikel van: